Paarden zijn kuddedieren en vluchtdieren en het zijn voornamelijk deze 2 eigenschappen waar wij gebruik van kunnen maken. Zodra jij bij het paard in de bak stapt ziet hij jou als tweebenig kuddegenoot en zijn belangrijkste vraag is; ’zijn wij samen veilig? Zijn we samen in staat om te vluchten? Het paard begint met scannen. Dit doet een paard continu met de omgeving. Omdat een paard een vluchtdier is heeft het sterke zintuigen. Het zal niet alleen aanvoelen of er een roofdier in de buurt is maar ook of het roofdier op jacht is of dat het verzadigd is. 

Als een lid van de kudde ziek is door bijvoorbeeld koliek (buikkramp) zal elk paard de kuddegenoot willen helpen. En dat is waar de coaching begint.

Als mens zitten we vaak in onze ratio en hiermee onderdrukken we ons gevoel, onze emoties. Deze onderdrukte emoties slaan zich echter op in ons lichaam. Het paard voelt deze blokkades als koliek (buikkramp) en gaat hierop reageren. Het paard zal gaan helpen en kan dit op verschillende manieren doen. Omdat we gewend zijn dingen vanuit onze ratio te benaderen is het vaak verrassend confronterend wanneer de benadering vanuit gevoel gebeurt. Op deze manier kunnen mede door de begeleiding van de coach snel inzichten worden opgedaan. Het paard merkt het direct wanneer hoofd en hart weer op één lijn met elkaar zijn en de energie weer gaat stromen en laat dit zien door zelf spanning los te laten. Ook het paard kan weer gaan ontspannen.